Stil worden bij het wonder van Kerst
Weg uit de decemberstress
Stil worden bij het wonder van Kerst. Is dat mogelijk in de drukste maand van het jaar? De retraitegasten die op vrijdagmiddag binnendruppelen, hebben bewust gekozen voor een stilteretraite vlak voor Kerst. Een paar dagen de decemberstress achter je laten en stilstaan bij het naderende Kerstfeest. Stil worden in de kapel, gaan staan bij het aansteken van de kaars, dat is wel nieuw voor hen. En het is ook even wennen om de psalmlezing te beantwoorden met ‘Eer aan de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest, als in het begin, nu en altijd en van eeuwigheid tot eeuwigheid, amen’. Ongewoon, maar tegelijk heerlijk is het om in stilte de avondmaaltijd te gebruiken, met de muziek van Pergolesi’s ‘Stabat Mater’ op de achtergrond. De Adventstijd kun je tenslotte niet losmaken van de Lijdenstijd.
Eerlijke vragen
Wat houdt je tegen om stil te worden? Waar maak je je druk over? Waarom kun je er met je hart zo moeilijk bij, het mysterie van Jezus’ komst naar deze wereld? Die vragen zien we eerlijk onder ogen op vrijdagavond. We lezen het lied dat Jochen Klepper schreef, in Berlijn vlak voor Kerst in 1937: ‘De nacht is haast ten einde, de morgen niet meer ver.’ Wat deze schrijver, dichter, theoloog en zijn Joodse vrouw meemaakten, is onvergelijkbaar met wat ons misschien onrustig maakt. Toch komen we oog in oog met wat ons deprimeert, waarvoor we misschien nauwelijks woorden weten te vinden: dreigend verlies, niet meer opgewassen zijn tegen de eisen van de tijd. Tot aan het avondgebed is er gelegenheid op deze vrijdagavond om daar zonder woorden uiting aan te geven: door het te verbeelden in een tekening, in een collage of door wat te schilderen.
Genade vindt jou daar waar je bent
Op zaterdagmorgen lezen we onder leiding van Kees van Ekris de aankondiging van de engel aan Maria uit Lukas 1. Geattendeerd worden op Gods aanwezigheid, aangeraakt, ontroerd worden, hoe gebeurt dat bij jou? Het is niet erg om te erkennen dat je leeg bent of dat je bang bent. ‘Vrees niet, Maria, je hebt genade gevonden bij God.’ Je leert het woordje ‘genade’ opnieuw spellen. Je hoeft niet beter, geestelijker, mooier te zijn. Genade vindt jou daar waar je bent. Treffende tekst over het evangelie van Kerstfeest van de Amerikaanse schrijver Ann Voskamp. En: Gods genade kan in allerlei gestaltes tot ons komen. In de uitgeputte man, gebogen over een bord eten, het afgekatte kind in de gang, de luidruchtige vrouw die je geduld op de proef stelt met duizend vragen. Gods genade vraagt ons om ruimte te maken voor de Liefde. Want Kerst kan zomaar mislukken als we de ruimte in ons hart opvullen met iets anders dan Christus.
Hoe houd je het vast?
Een intens gesprek op zaterdagochtend. Op zo’n moment denk je: ‘Konden nog veel meer mensen dit meemaken’! De vreugde over het Kind in de kribbe licht op tegen het decor van diepe vragen. Want die zijn er: rondom een recente suïcide in de vriendenkring, een verkeersongeluk dat deze week het leven van een geliefde eiste. Rondom de klimaatverandering en over wat ze daar in Madrid (niet) bespraken.
Er gebeurt veel in deze paar dagen. We zetten al onze zintuigen in bij een stiltewandeling in het bos. Een trage film over engelen (‘Der Himmel über Berlin’) zet ons aan het denken over het mysterie van de menswording. De Lectio Divina, de aandachtige lezing van de lofzang van Maria, laat ons merken hoe anders God werkt, totaal anders dan we geneigd zijn te denken.
Hoe houd je dat allemaal vast wanneer je straks weer in de volle week, het drukke leven bent beland? Met elkaar inventariseren we ‘reminders’: een voorwerp meegenomen tijdens de stiltewandeling, een korte tekst voor op je bureau, het besluit om momenten te blokkeren in de agenda, het aansteken van een kaars, het opnieuw lezen van de teksten die we besproken hebben.
Een onsje minder
‘Het ritme van de getijden vind ik heerlijk’ zei iemand bij de afsluiting, ‘wonderlijk, hoe ik bij het avondgebed antwoord kreeg op vragen waarmee ik rondliep.’ ‘Ver boven mijn verwachting’, schreef iemand in de evaluatie, ‘jullie hebben er een ambassadeur bij.’ En iemand anders: ‘We hebben zoveel meegekregen, wees niet bang voor een “onsje minder”!‘
Voor wie was die retraite eigenlijk? Niet alleen voor de gasten, beseffen we als retraiteleiders. We zijn opnieuw onder de indruk van datgene waar het nu echt om gaat in het leven. Als de laatste gasten vertrokken zijn, ruim ik nog wat op. Een “onsje minder”, dat neem ik mee het nieuwe jaar in.