Vertel verhalen!
Verhalen, ze lopen als een rode draad door de driedaagse retraite 'Omgaan met verlies'. Zoals het verhaal van Jakob bij de grens. Mank komt hij uit een heftige worsteling aan de rivieroever tevoorschijn. Een gevecht met God, maar ook met zichzelf en zijn toekomst. Blijvend gewond raken en toch opstaan, de grens overgaan en een nieuw leven binnengaan.
Ichthus
"Zoiets heb ik nog nooit gedaan, maar ik ga het toch proberen!" Wat waterverf, een paar kwasten en tot zijn verwondering kwamen er kleuren en vormen op het aquarelpapier: de zee en de kust met een vis getekend in het zand. Een vis gedoemd te sterven op het strand. "Ach, het is maar wat geklieder, het stelt niets voor…" Maar later laat hij het geëmotioneerd zien in de kring. "Daarin herken ik mijzelf, als een verwond en naar adem snakkend schepsel. Tegelijkertijd laten de woorden van Ida Gerhardt me niet los:"
De vis, getrokken door mijn hand / en éven vrij nog van de golven,
zal straks gewist zijn van het strand / en door de grote vloed bedolven.
Maar in het water, dat hem nam / zwemt levende het Monogram.
Geheime trek van tij en maan: / Hij zal op alle kusten staan.
Job
Voorafgaand aan de creatieve verwerking op vrijdagavond leidt Kees van Ekris het thema in met kernwoorden uit het boek Job. ‘Verstomming’ passeert - niets meer kunnen uitbrengen als de Jobstijdingen in je leven komen, en ‘de schreeuw’ - laat me niet los, nu ik naakt ben, nu het lijkt dat ik helemaal opnieuw moet beginnen. Ook ‘op eigen benen staan’ - Job moet opstaan, naar buiten gaan en zien hoe God, de Schepper, leefbare ruimte maakt te midden van chaotiserende machten. Een boeiend palet aan kernwoorden komt op tafel met de vraag: waarin herken je je nu het meest? En kijk eens of je er verbeelding aan kunt geven met pen, potlood, schaar of kwast, schrijvenderwijs of al tekenend. Het is verrassend om te zien wat er dan uitkomt en hoeveel het doet met iedereen.
De bittere beker
Op zaterdag gaat het gesprek over de beker. We lezen teksten van Henri Nouwen over het vasthouden van de levensbeker: je eigen beker, die niemand van je kan overnemen. Ervaringen van verlies worden gedeeld: van een kind, een partner, van werk, zelfwaarde en eer en van gezondheid door een sluipende, slopende ziekte. Maar de beker heffen doe je samen met anderen. Zoals je het glas heft in een gezelschap: met mensen om je heen, die je aankijken als je de beker heft, en die met je drinken. Op het leven! Inclusief alle bitterheid. Nouwens tekst brengt het gesprek ook op Christus’ beker. De beker van de toorn waarover de profeet Jesaja sprak (51:17). Een beker vol pijn, schuld en schaamte. Hoe kan het ons troosten dat Hij onze ziekten op zich heeft genomen en onze smarten heeft gedragen? We moeten Hem zien zoals de leerlingen na Zijn opstanding: met de littekens in zijn lichaam. Waarom blijft Hij die voorgoed dragen? "Als Jezus de wonden in Zijn lichaam niet zou blijven dragen, zou Hij niet in staat zijn de wonden van ons hart te helen", zei Augustinus.
Vertel verhalen!
Verhalen, ze lopen als een rode draad door deze driedaagse retraite. Zoals het verhaal van Jakob bij de grens. Mank komt hij uit een heftige worsteling aan de rivieroever tevoorschijn. Een gevecht met God, maar ook met zichzelf en zijn toekomst. Blijvend gewond raken en toch opstaan, de grens overgaan en een nieuw leven binnengaan. Het verhaal van ‘Little me’, dat kleine stukje van zichzelf dat de slaven in de VS in de 19e eeuw bewaarden, het kleine stukje eer dat ze bij alle kleineringen en afranselingen vasthielden en dat soms ruimte kreeg in een nieuw lied op hun eigen bijeenkomsten. Vertel het verhaal van gescherpte zintuigen, van oog en oor voor de schitterende details in het herfstbos. Onze wandelcoach is er goed in. Nooit zagen we zoveel soorten paddenstoelen in de bossen rondom de Wittenberg als dit najaar! In de meest fascinerende vormen en kleuren. En luister naar het verhaal van Herman Finkers in de film ‘De beentjes van Sint Hildegard’. Even was de gedachte: ‘Nee, geen film, laten we verder praten over de levensbeker die bij ons zo vaak overloopt’. Even later staat iedereen toch open voor het Twentse verhaal van Finkers en dan kan er ook hartelijk gelachen worden.
Parce Mihi Domine
Getijdengebeden vormen altijd de pijlers van de retraite. Ze worden nu vooral geleid door de jonge mensen van de leefgemeenschap. Omdat we nu niet of nauwelijks kunnen zingen, verrassen ze soms met muziek die stil maakt: zoals het Parce Mihi Domine (Ontzie mij, Heer) van Jan Garbarek in het avondgebed van vrijdag. Het laatste getijdengebed vindt in de beslotenheid van de kapel plaats. Daar is ruimte om voor elkaar te bidden en om de dagelijkse draaglast met een persoonlijke tekst en een steen neer te leggen bij het kruis.
Als iedereen afscheid heeft genomen en alles is opgeruimd zeggen we - moe en intens dankbaar - tegen elkaar: ‘Wat een voorrecht dit werk te mogen doen!’
Achtergrondliteratuur bij deze retraite
J. Calvijn, Institutie, boek III, 9 ‘Overdenking over het toekomende leven’
A. van Nieuwpoort, ‘Leven zonder oplossing’ (gedachten over het boek Job)
H. Nouwen ‘Kun je de beker drinken?’